Maart 2018

 

Uitspraak Gerechtshof Arnhem – Leeuwarden van 13 maart 2018

 

Het Gerechtshof Arnhem – Leeuwarden heeft in navolging van het Gerechtshof Den Haag in het voordeel van een gastouder geoordeeld in een zaak tegen de Belastingdienst over het zelfstandig ondernemerschap.

Dit is positief nieuws voor gastouders die als zzp'er werken, omdat het Gerechtshof Arnhem – Leeuwarden in deze zaak anders oordeelt dan in de eerder gedane, en veelbesproken, uitspraak door hetzelfde Hof uit augustus 2016 en omdat het Hof Arnhem – Leeuwarden met zijn uitspraak de in juni 2017 door het Hof Den Haag gedane uitspraak onderschrijft.

 

Het Hof Arnhem – Leeuwarden overweegt in deze zaak onder meer het volgende:

Het Hof overweegt allereerst dat, anders dan de Inspecteur bepleit en anders dan in de door de Inspecteur genoemde uitspraak van het Hof van 17 augustus 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:6586, het geval was, in de onderhavige zaak de vraagouders als opdrachtgevers van belanghebbende ( = de betreffende gastouder) moeten worden aangemerkt. Belanghebbende sluit zelf overeenkomsten met de vraagouders en maakt met hen afspraken over de uitvoering van de kinderopvang. Met het gastouderbureau heeft belanghebbende slechts een overeenkomst van bemiddeling gesloten, waarin bovendien uitdrukkelijk is vastgelegd dat het gastouderbureau geen enkele verantwoordelijkheid heeft met betrekking tot hetgeen gastouder en vraagouder overeenkomen en waarin is vastgelegd dat de gastouder jegens het gastouderbureau geen enkele plicht heeft tot het verrichten van opvangwerkzaamheden (artikel 5). Uit de contracten blijkt ook dat het gastouderbureau niet namens zichzelf, maar namens belanghebbende factureert. Gelet hierop verricht belanghebbende haar werkzaamheden voor eigen rekening en moeten de vraagouders als haar opdrachtgevers worden aangemerkt.

 

Verder geeft het Hof Arnhem – Leeuwarden in deze uitspraak aan dat de betreffende gastouder ondernemersrisico loopt, dat deze gastouder over voldoende zelfstandigheid beschikt en dat de rol van het gastouderbureau beperkter is dan de Inspecteur van de Belastingdienst veronderstelt, zoals ook het Hof Den Haag aangaf in zijn uitspraak van 27 juni 2017 (voor meer over deze uitspraak, zie hieronder in het bericht van 4 juli 2017.).

 

 

© 2018 De Gastouderjurist.